4 april 2016

GPS-tool / Flanders DC


De GPS-tool van Flanders DC is een methode om verschillende stakeholders aan dezelfde tafel te zetten met het doel om ideeën te genereren op een bepaalde uitdaging. Het is een proces dat bestaat uit 5 fases. In de eerste fase worden er ideeën gegenereerd, in de tweede fase worden deze in groep beoordeeld om dan vervolgens individueel beoordeeld te worden. De beste drie ideeën worden vervolgens uitgewerkt en uiteindelijk gepresenteerd of verwerkt in een verslag.

Het gebruik van de GPS-tool gebeurt aan een tafel met een zo breed mogelijk gemixt team. Op de site van Flanders DC spreekt men van een verhouding 1/3 interne en 2/3 externe medewerkers.  Bij de drie verschillende Bridee-events waaraan ik geparticipeerd heb, was dit nooit het geval. Telkens waren een 40-tal personen aanwezig, waarvan telkens maar één tot maximaal zeven personen geen productontwikkeling studeerden.  De tafel zat dus vol met studenten productontwikkeling uit de derde bachelor en eerste master. De ideeën hadden dus minder verschillende invalshoeken door deze homogeniteit.



Zoals eerder gezegd wordt er in de eerste fase gebrainstormd.  Aan de tafel worden de mensen in groepjes van twee of drie personen verdeeld, uiteraard zijn deze groepen gemixt qua achtergrond. Op de tafel ligt een schijf. De schijf is onderverdeeld in 6 sectoren. Aan de 6 sectoren zijn 5 trends en één wildcard gekoppeld die de deelnemers moeten inspireren om oplossingen te bedenken op de kritische vraag. De trends zijn bijvoorbeeld ‘learning from nature’, ‘systemic mobility’, ‘megapolis society’, ‘expansion of tradition’, ‘the metaverse’, ‘the age of image’, ‘the big buzz’, etc. Op de wildcard sector mogen alle zotte ideeën worden geplakt, alle ideeën die nergens anders kunnen worden ondergebracht. Per groepje behandel je één trend tegelijk. Na een bepaalde tijd schuif je de schijf door en wordt je geïnspireerd door de volgende trend. Bij elke nieuwe trend, begint je groepje met het lezen van de ideeën die al zijn opgeplakt. Ideeën die samen horen, kunnen bijeen worden geplakt. Op eerdere ideeën kan worden verder gebouwd. Zo herhaalt het hele proces zich tot je uitkomt aan de sector met de trend waar je begonnen bent.


Nadat de tijd op is en alle ideeën zijn neergeschreven, beoordeel je de ideeën in hetzelfde groepje waarmee je daarvoor hebt samengewerkt. Het is de bedoeling dat je samen overlegt en discussieert. Rond de tafel lopen en vragen stellen aan leden van andere groepjes maken een belangrijk deel uit van deze tool. Het quoteren van goede ideeën gebeurt met behulp van gekleurde stickers. Elk team krijgt een tiental stickers en het is de bedoeling dat ze deze op de post-its kleven. Hoe meer gekleurde bollen een post-it telt, hoe beter het idee. Als iedereen heeft gestemd worden de tien ideeën met de meeste stickers op een apart bord gehangen. Vervolgens krijgt iedereen zelf drie stickers om van die tien ideeën een selectie te maken van de top tien ideeën.



De ideeën die zijn geselecteerd worden verder uitwerkt op een projectfiche. Daarop wordt het idee kort gedefinieerd, worden de voordelen opgesomd, de nadelen en belemmeringen en de oplossingen die hiervoor kunnen worden bedacht. Uiteindelijk hebben we dan onze ideeën gepresenteerd aan de andere tafels gepresenteerd.


In praktijk ging het als volgt: na de lezing te hebben gevolgd en de gratis pizza en het gratis pintje te hebben geconsumeerd, schoven we onze stoel richting de tafel en begonnen we te brainstormen, zoals de tool het voorschrijft. De uitdagingen waren de volgende: “Hoe kunnen we mensen in ontwikkelingslanden empoweren?”, “Wat zijn de nieuwe functies van het Flandria-schip van de toekomst?” en “Hoe beleven we sport en ontspanning in de Smart City of Antwerp 2025?” Deze vage centrale vragen in combinatie met de eerder benoemde trends op een late dinsdagavond zorgde zoals te verwachten voor de meest vage ideeën. Hoewel we telkens oprecht voor de beste ideeën kozen, had ik telkens het gevoel als ik vooraan stond, dat het eindresultaat een idioot, absurd en onhaalbaar idee was. Ik was niet de enige met dat gevoel. Axel Enthoven, die als enige van de personen die een lezing gaf bij de brainstorm bleef, was zichtbaar teleurgesteld in het niveau van onze ideeën en nadat we onze ideeën hadden gepresenteerd had hij in tien punten uitgelegd waarom we er niet in geslaagd zijn de opdracht te vervullen. Het was wel te verwachten dat hij niet direct de meerwaarde onze 'top ideeën' (de alles-kan-alles-mag-boot en de temptation-island-boot die uit twee aparte delen zou bestaan) zou inzien.


Ondanks dat het eindresultaat niet altijd het verwachte niveau had, zie ik toch wel de meerwaarde van de tool in. Een gemeenschappelijk doel doet alle neuzen dezelfde kant op wijzen en ideeën kunnen worden opgebouwd door constructief overleg. De tool brengt de verschillende stakeholders tezamen aan een tafel en creëert een mogelijkheid om in groep nieuwe ideeën te ontwikkelen die voor elke fase en voor elke stakeholder een meerwaarde kunnen bieden.

Bronnen


Handleiding GPS by Fladers DC. (2016). 1st ed. [pdf] Leuven: Flanders District of Creativity vzw, pp.7,8,9,10,11,14,16,17,20,21,22. Beschikbaar op: http://www.flandersdc.be/sites/default/files/gps-nl.pdf [Geraadpleegd op 4 Apr. 2016].

Afbeelding


Flanders DC, (2016), Mogelijke opstelling [ONLINE].
Beschikbaar op:http://www.flandersdc.be/sites/default/files/gps-nl.pdf [Geraadpleegd op 4 april 2016]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten